Home > Author > Fernand Braudel

Fernand Braudel QUOTES

3 " Binnen een economische wereld konden de culturele en economische kaart er daarentegen heel anders uitzien, soms zelfs precies tegenovergesteld zijn, zoals de respectievelijke zwaartepunten van economische en culturele zones duidelijk laten zien. In de dertiende, veertiende, en vijftiende eeuw was het niet Venetië of Genua, de twee koninginnen van de handel, maar Florence dat in de Westeuropese beschaving de toon aangaf: hier ontstond de renaissance en hiervandaan zou de culturele stroming zich verspreiden; daarnaast drong Florence zijn dialect - het Toscaans - op aan de literatuur. Het levendige Venetiaanse dialect dat op dit vlak een geduchte rivaal had kunnen zijn, ondernam hiertoe geen enkele poging. Zou dat komen omdat een op economisch vlak triomferende stad of een al te overheersende staat niet alles tegelijk kon hebben? In de zeventiende eeuw vierde Amsterdam zijn hoogtijdagen als handelsstad, maar de barok die Europa veroverde kwam ditmaal uit Rome, of eventueel uit Madrid. Evenmin zou Londen in de achttiende eeuw de culturele scepter in handen krijgen. Toen Abbé Le Blanc tijdens zijn verblijf in Engeland van 1733 tot 1740 over Christopher Wren kwam te spreken, de architect van de Saint-Paul's Cathedral, merkte hij op dat 'op de verhoudingen na die hij [bovendien] niet goed in acht heeft genomen, [hij] niet meer heeft gedaan dan het ontwerp van de Sint-Pieter van Rome tot twee derde van zijn oorspronkelijke grootte terugbrengen'. Vervolgens uitte hij zich in weinig lovende bewoordingen over de Engelse landhuizen die 'nog in Italiaanse stijl [gebouwd zijn], maar niet altijd met evenveel succes'. In dezelfde achttiende eeuw werd Engeland niet meer zozeer door door de Italiaanse cultuur beïnvloed als wel door de ideeën uit Frankrijk, dat in die tijd een culturele uitstraling op Europa had en de toon aangaf op het gebied van het geestesleven, de kunst en de mode, ongetwijfeld ter compensatie voor het gebrek aan politiek en economisch overwicht. 'De Engelsen houden zo van onze onze taal dat ze er zelfs genoegen in scheppen om Cicero in het Frans te lezen,' aldus dezelfde abbé Le Blanc.
En moe van het almaar moeten aanhoren hoeveel Franse bedienden er in Londen werkten, antwoordde hij: 'Het feit dat er in Londen zoveel Fransen zijn om jullie te bedienen, komt omdat jullie mensen de manie hebben net zo gekleed, gekapt en gepoederd te willen worden als wij. Ze hebben zich in hun hoofd gehaald dat ze onze mode willen volgen en betalen veel geld aan mensen die hun leren hoe ze zich moeten tooien met onze absurditeiten.' En zo gaf Londen, dat het centrum van de wereld was en zelfs een schitterende cultuur had, steeds meer toe aan de Franse invloeden. Dit werd trouwens niet altijd toegejuicht, want we weten omstreeks 1770 van het bestaan van een genootschap van Antigallicans, 'dat als eerste streven had om geen enkel kledingstuk van Franse makelei te dragen'. Maar wat een genootschap uitrichten tegen zoiets ongrijpbaars als mode? Hoewel Engeland door zijn economische vooruitgang steeds belangrijker werd, deed het geen poging om het geestelijke gezag van Parijs de ondermijnen, en heel Europa tot aan Moskou toe streefde ernaar om de Franse taal tot de taal van de aristocratie en tot voertuig van het Europese denken te verheffen. Evenzo vormde Frankrijk aan het eind van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw overduidelijk het middelpunt van de Westeuropese literatuur en schilderkunst, terwijl het op economisch gebied ver op de rest van Europa achterliep; in de tijd dat Italië en Duitsland op muzikaal vlak de toon aangaven, waren ze geen van beide economische machthebbers; en ook vandaag de dag mogen de Verenigde Staten wel een enorme economische voorsprong hebben opgebouwd, maar daarmee hebben ze nog niet de literaire of artistieke leiding over de wereld. "

Fernand Braudel , Civilization and Capitalism 15th-18th Century, Vol 2: The Wheels of Commerce

17 " Il ne s'agit pas ici de faire le procès, encore moins l'éloge de la colonisation européenne de l'Afrique, mais simplement de marquer que cette colonisation comporte, comme presque tous les phénomènes qui résultent des chocs de civilisation, un actif et un passif culturels. Ce n'est pas prendre la défense de la colonisation, de ses laideurs, voire de ses atrocités ou de ses indéniables bouffonneries (achat de vastes territoires contre quelques rouleaux d'étoffe ou un peu d'alcool), que d'admettre que le choc en a été souvent décisif et même finalement bénéfique pour les structures sociales, économiques et culturelles des peuples noirs colonisés. En fait, ç'a été, au lendemain de l'acte final du Congrès de Berlin (1885), la dernière très grande aventure de l'expansion européenne. Et si cette mise sous tutelle tardive a été de brève durée (moins d'un siècle), la rencontre s'est faite à vive allure, alors que l'Europe et l'économie mondiale se trouvaient en plein essor. C'est une société industrielle adulte, exigeante, disposant de moyens modernes d'action et de communication, qui a heurté et investi le monde noir. Et celui-ci est réceptif, plus mobile que les ethnographes ne le supposaient hier encore, capable de saisir des objets et des formes que l'Occident lui propose et, surtout, de les réinterpréter, de les charger de sens nouveau, de les lier, chaque fois que la chose est possible, aux impératifs de sa culture traditionnelle. [...] En parlant d'un certain actif de la colonisation, nous ne pensons pas à ces biens purement matériels, routes, voies ferrées, ports, barrages, à ces mises en marche d'exploitations du sol et du sous-sol que les colonisateurs ont installés dans des buts hautement intéressés. Ce legs, aussi important qu'il paraisse parfois, serait de peu d'utilité et éminemment périssable si les héritiers n'avaient aussi acquis, au cours de la pénible épreuve de la colonisation, de quoi leur en permettre aujourd'hui l’utilisation rationnelle. L'enseignement, un certain niveau de la technique, de l'hygiène, de la médecine, de l'administration publique, sont les meilleurs biens légués par les colonisateurs, la contrepartie positive aux destructions opérées par le contact européen dans les vielles habitudes tribales, familiales, sociales, sur lesquelles reposaient toute l'organisation et toute la culture. "

Fernand Braudel , A History of Civilizations