5
" Sommige leerlingen zijn niet zo sterk in knip-en-plakvakken maar zijn geboren schrijvers, andere zijn te wispelturig om met de schaar een parcours van stippellijnen te volgen maar blinken uit in atletiek, weer andere spreken in sommen en formules maar spellen verkeerd. Nog andere munten uit in de kunst van de totale onkunde.
Babs viel uit de toon.
Babs blonk in alles uit.
Babs leerde niets.
Babs had al van bij haar geboorte alle wijsheid van de wereld in pacht.
Wij zagen Babs van hier uit de toon vallen.
Babs had
Geen speelgoed met kogels,
Geen stiefzussen, geen vader met een stamcafé,
Geen werkloze oom die een hele dag op het dorpsplein zat en met de duiven sprak,
Geen bodywarmer, geen kermisvriendjes,
Geen dagelijkse portie friet, geen pitbull Bob, geen slecht rapport.
Geen voornemens voor missiewerk. "
― Saskia de Coster , Eeuwige roem
13
" Sammy, die tot de laatste wil blijven, staat ijverig te dansen. De muziek doet er niet toe, hij hoort de muziek niet eens. Dansen, dat moet gebeuren en iemand moet het doen, zatte sukkels eerst. Leven, denkt Alex, en ervan houden om wat het is, en dan het begraven. Maar het is niet erg, denkt hij, dit moment gaat voorbij, vergeet het, stop het weg in de onderste lade, huil maar niet. "
― Saskia de Coster , Eeuwige roem
14
" Ik kijk naar je, denkt Babs,
je loopt door de massa,
ik houd je in de gaten, ongemerkt.
Ik heb je al gezien lang voor je mij ziet.
Het is een eenvoudig weten: bij jou hoor ik, ik zal van jou zijn, jij hoort hier nu te zijn, bij mij. Ik zal je weten te vinden.
Ik volg je
nu
Je draait het blad om
Ik wil alles zien wat je doet, hoe je uit bed rolt, hoe je je mond opent naar de waterstraal van de douche, hoe je je rug onzorgvuldig afdroogt, hoe je niet genoeg slaapt, hoe je veel weet en veel niet weet, hoe je lacht naar de bolle ogen van de baby die je hypnotiseert vanuit zijn kinderwagen, hoe je geen krant koopt, hoe je je plots afvraagt waarom hoefijzers gelukt brengen, hoe je rondloopt tot op het moment dat ik je tegenkom. Ik zoek het eerste woord dat jij uitspreken zal. Nu zit jij nog verscholen als een egel tussen de bladeren, maar er is geen ontkomen aan; de adem hangt al klaar in een wolk boven onze hoofden, de woorden houden zich schrap om opgebruikt te worden. Onze eerste herinnering is al in de maak. Ik zal je vinden. "
― Saskia de Coster , Eeuwige roem