Home > Author > Griet Op de Beeck
1 " Leef hard en goed en schoon en wild. Kijk goed, voel beter. Wees niet bang. Kies voor wat u blij maakt, wat het ook moge zijn. Durf proberen wat te lastig lijkt. Leg de lat hoog genoeg. Koester en laat u koesteren. Geef anderen wat ze verdienen, en uzelf minstens ook. Blijf hopen, willen, dromen, wensen. "
― Griet Op de Beeck , Vele hemels boven de zevende
2 " Al die gore eenzaamheid en dat hunkerend weer rechtop krabbelen. Dat razen en dat stilvallen. Dat voelen en verdwalen. Dat vinden en dan toch maar weer opnieuw gaan zoeken. Dat verlangen zonder goed te weten wat daarmee te moeten. Dat evengoed er keihard mee kunnen lachen. Uw kunst is geestig, soms, en om te janken zo triest, op andere momenten - en af en toe op dezelfde. "
3 " een hart op leeftijd verdraagt niet zoveel breken. "
― Griet Op de Beeck , Gij nu
4 " Misschien snijdt eenzaamheid als je bij mensen bent dieper dan alleen zijn waar geen misverstand over bestaat, (...). "
― Griet Op de Beeck , Het beste wat we hebben
5 " Er werd wel eens beweerd dat juist in de wens het waarlijk geluk ligt, in het nog onvervulde willen, maar niks is minder waar, vond hij. In het weerzien, het vinden, het landen daar zat het, zoveel wist hij inmiddels wel zeker. "
6 " Eva voeg zich dat af: waarom mensen niet gewoon krijgen wat ze verdienen, misschien omdat ze ook moeten verdienen wat ze krijge, denk ik nu. Want dat is moeilijk: naar jezelf kijken, en naar het leven dat je altijd hebt geleid, je afvragen of het beter kan, durven toegeven van wel. En dan genoeg op jezelf vertrouwen om te kiezen voor verandering. Omdat de liefde zo groot is. Omdat ze maar niet overgaat. Omdat je weet, diep vanbinnen, dat daar het echte geluk ligt. En dat je echt ten diepste verbonden voelen met iemand alles beter maakt, afstraalt op iedereen die je graag ziet. "
― Griet Op de Beeck
7 " Karel is gestorven. Opeens. Ik wist nog maar twee maanden en een half dat hij ziek was, en nu lag hij al ergens in een vrieskist.(...)'Nog een geluk, op een manier, dat hij nu niet heeft moeten afzien. Aftakelen, wie wil dat meemaken.' Ik hoor het mezelf door de telefoon tegen Mieke zeggen. Zij zwijgt. Zij heeft gelijk. Zwijgen is de beste reactie op domme uitspraken. "
8 " Casper: Ik weet niet waar het naartoe gaat, ik weet alleen dat ik niet zonder u kan.Elsie: Alles kan.Casper: Dat ik niet zonder u wil.Elsie: Ik ook niet zonder u. Ge weet dat. Maar ja.Casper: Pak mij eens vast.Elsie: Alles gaat over. Ook verdriet.Casper: Sommige dingen gaan nooit over. Pak mij vast. Alstublieft. "
9 " Ik heb gewacht tot Walter het beu werd en wegging. Ik ben gebleven. Dat moest. Ik moest daar even kunnen zijn, helemaal godvergeten alleen, in die onwerkelijke zwarte nacht, weg van de wereld. Alsof eenzaamheid opeens een plek was geworden, waar een mens niet anders kan dan heftig denken aan wie wordt gemist. En ik denk aan Casper, en dat is met bijna huilen. Echt. Van groot geluk omdat hij bestaat én van diep verdriet omdat hij hier niet is. Ik weet het niet. "
10 " Norint turėti tave mylinčius vaikus reikia bent kiek dėl to šiame pasaulyje pasistengti. "
11 " Denken is overroepen, in de weer blijven, doen, niet omkijken, zo kan een mens het leven overleven. "
12 " Ik wou zo graag nog verder slapen, draaide mij op mijn buik, lag stil. Ik probeerde niet na te denken. Dat was moeilijk. Ik voelde mij slecht. Wat het precies was, wilde ik niet weten. Een vervelend gevoel is sowieso altijd moeilijk te vatten. Ik vermoed dat het weer te maken heeft met - Ik moet opstaan. anders zou het alleen maar erger worden. "
13 " Het vervelende met gedachten is dat je ze niet kan ont-denken. "
14 " Ik denk: ik wil begrijpen wat de liefde is, onthouden dat dat alles is, of toch bijna. Ik wil redden wat er te redden valt, mijzelf bijvoorbeeld, ik wil weten wat ik waard ben, kiezen voor wat klopt en goed is, geloven dat dat mag. Ik denk: dat is het, ik wil durven, eindelijk. Ja. "
― Griet Op de Beeck , Kom hier dat ik u kus
15 " Hoe dat precies moet, leven, daar ben ik nog niet helemaal achter, maar ik kan redelijk goed doen alsof. Dat is een begin, vind ik. Ik kan ook verdienstelijk uitleggen aan anderen hoe het misschien zou moeten, en daar wordt soms naar geluisterd, merk ik, wat mij dan een beetje verbaast. "
16 " Ik wil graag zien, denk ik, omdat ik dat kan, en leven, voluit en gretig, omdat ik dat toch moet en het dan maar beter goed kan doen. "
17 " Ik wil eindelijk worden wie ik ben, niet wie ik altijd dacht dat anderen wilden dat ik was. "
18 " Ik wou dat ik iemand was, dat denk ik ondertussen, en dat ik alles kon, of toch datgene wat ze van mij wilden. Ik wou het zelfvertrouwen van dat ene kind met die grote oren. En het grapje waar die mevrouw met dat haar, daar achter dat ene raam, zo om moet lachen. Ik wou stoute schoenen om aan te trekken. Ik wou glanzend geluk en onwerkelijk grote liefde. Ik wou troost voor mij en voor iedereen die dat nodig heeft. Ik wou dat ik steengoed was in wat ik deed. Ik wou dat ik hem kon geven wat hij dan verlangt. Ik wou een vader die ik meer kon helpen. Ik wou de mist boven de bergen, dingen om nooit meer te vergeten, en onweerstaanbaar zijn, dat ook nog. "
19 " Als je lang genoeg wacht, hoef je niet te kiezen. "
20 " We staan elke dag op, doen wat van ons verwacht wordt, en gaan dan weer slapen, en dat noemen we leven. We saboteren onszelf zonder het te beseffen, omdat we nadoen wat ons ooit is voorgedaan, en dan denken we dat het zo móet gaan. En ondertussen organiseren we de dingen zo, dat we geen tijd hebben om stil te staan bij dat wat we ten diepste voelen. We vergeten wat we waard zijn en durven niet te geloven dat we het goeie wel degelijk verdienen. We vinden het makkelijker om te berusten bij ons leed, om onszelf te troosten na de pijn, dan te kiezen voor wat ons echt gelukkig zou maken. "