Home > Author > Michel de Montaigne >

" Wij zijn alle koningen zonder onderscheid onderdanigheid en gehoorzaamheid verontschuldigd, want die betreffen hun functie; maar achting en zeker liefde zijn we alleen hun deugden verschuldigd. Laten we hen, als concessie aan de openbare orde, geduldig verdragen wanneer ze hun ambt onwaardig zijn, over hun fouten zwijgen, en hen helpen door bijval te schenken aan hun neutrale politieke handelen zolang hun gezag onze steun behoeft. Maar wanneer de relatie beëindigd is zou het niet redelijk zijn de Gerechtigheid en onze vrijheid het uiten van onze ware gevoelens te ontzeggen en met name de goede onderdanen de eer te onthouden dat zij eerbiedig en trouw een meester hebben gediend wiens onvolkomenheden hun zo goed bekend waren, en daarbij het nageslacht dit zo nuttige voorbeeld te onthouden. En zij die omwille van een of andere persoonlijke verplichting tegen beter weten in de herinnering aan een laakbare vorst koesteren, hanteren een eigen, particuliere gerechtigheid ten koste van die van de gemeenschap. "

Michel de Montaigne , Montaigne: Essays


Image for Quotes

Michel de Montaigne quote : Wij zijn alle koningen zonder onderscheid onderdanigheid en gehoorzaamheid verontschuldigd, want die betreffen hun functie; maar achting en zeker liefde zijn we alleen hun deugden verschuldigd. Laten we hen, als concessie aan de openbare orde, geduldig verdragen wanneer ze hun ambt onwaardig zijn, over hun fouten zwijgen, en hen helpen door bijval te schenken aan hun neutrale politieke handelen zolang hun gezag onze steun behoeft. Maar wanneer de relatie beëindigd is zou het niet redelijk zijn de Gerechtigheid en onze vrijheid het uiten van onze ware gevoelens te ontzeggen en met name de goede onderdanen de eer te onthouden dat zij eerbiedig en trouw een meester hebben gediend wiens onvolkomenheden hun zo goed bekend waren, en daarbij het nageslacht dit zo nuttige voorbeeld te onthouden. En zij die omwille van een of andere persoonlijke verplichting tegen beter weten in de herinnering aan een laakbare vorst koesteren, hanteren een eigen, particuliere gerechtigheid ten koste van die van de gemeenschap.