Home > Author > Hanny Michaelis >

" Het lijkt een paradox om de werkelijkheid waarin wij dagelijks leven tot schijnwerkelijkheid te proclameren en de ondefinieerbare sfeer, opgeroepen door het lezen van een gedicht, een boek, het horen van muziek, het kijken naar een schilderij, kortom het ondergaan van kunst, werkelijkheid te noemen, terwijl we juist geneigd zijn in dat geval van droomwereld te spreken. En toch ben ik ervan overtuigd dat het omgekeerd is. [...] Het lijkt misschien ongerijmd en een beetje aetherisch om te beweren, dat alleen in de kunst de werkelijkheid zich openbaart, en toch is het zo. Want alleen de kunst spreekt tot de ziel en is door haar voortgebracht. [...] Want kunst is niet in de eerste plaats aesthetica, kunst moet voor alles de openbaring van de ware, de enige werkelijkheid zijn. Dan alleen wordt de wereld aan zichzelf ontheven zonder zichzelf prijs te geven. Er zit iets tragisch in, dat er duizenden mensen rondlopen, die in kunst niets anders zien dan een middel om hun werkelijkheid (de schijnwerkelijkheid) te ontvluchten en blind zijn voor die andere, essentiële werkelijkheid die de kunst hun toont, en waarvoor zij waarschijnlijk ook in hun leven blind zijn. [...] Eigenlijk is het ontzettend, dat er zoveel mensen leven die niets anders kennen dan de schijnwerkelijkheid waarin ze leven. Wat moeten zij arm zijn, arm en leeg en zonder geluk. "

Hanny Michaelis , De wereld waar ik buiten sta: Oorlogsdagboek 1942-1945


Image for Quotes

Hanny Michaelis quote : Het lijkt een paradox om de werkelijkheid waarin wij dagelijks leven tot schijnwerkelijkheid te proclameren en de ondefinieerbare sfeer, opgeroepen door het lezen van een gedicht, een boek, het horen van muziek, het kijken naar een schilderij, kortom het ondergaan van kunst, werkelijkheid te noemen, terwijl we juist geneigd zijn in dat geval van droomwereld te spreken. En toch ben ik ervan overtuigd dat het omgekeerd is. [...] Het lijkt misschien ongerijmd en een beetje aetherisch om te beweren, dat alleen in de kunst de werkelijkheid zich openbaart, en toch is het zo. Want alleen de kunst spreekt tot de ziel en is door haar voortgebracht. [...] Want kunst is niet in de eerste plaats aesthetica, kunst moet voor alles de openbaring van de ware, de enige werkelijkheid zijn. Dan alleen wordt de wereld aan zichzelf ontheven zonder zichzelf prijs te geven. Er zit iets tragisch in, dat er duizenden mensen rondlopen, die in kunst niets anders zien dan een middel om hun werkelijkheid (de schijnwerkelijkheid) te ontvluchten en blind zijn voor die andere, essentiële werkelijkheid die de kunst hun toont, en waarvoor zij waarschijnlijk ook in hun leven blind zijn. [...] Eigenlijk is het ontzettend, dat er zoveel mensen leven die niets anders kennen dan de schijnwerkelijkheid waarin ze leven. Wat moeten zij arm zijn, arm en leeg en zonder geluk.